| Naam | Curupau |
| Wetenschappelijke naam | Anadenanthera Colubrina – (Piptadenia macrocarpa) |
| Familie | LEG. MIMOSOIDEAE |
| Algemene naam andere landen | Cebil colorado (Arg); Acacia (Bol); Angico-preto (Bra); Curupay; Patagonian Rosewood |
| Algemene beschrijving | Curupau groeit in vochtig subtropische tot droge bossen. De boom wordt tot 27 meter hoog. De stam is recht. Curupau heeft een aantrekkelijke zwarte streep- of vlamtekening, die echter later bij het donkerder worden van het hout onduidelijker wordt. Curupau wordt gebruikt in de weg- en waterbouw en is als parket beschikbaar. |
Anatomische karakteristieken
| Kernhout kleur | Roze bruin tot roze rood |
| Spinthout kleur | Bleek paars |
| Textuur | Matig grof tot fijn |
Natuurlijke eigenschappen
| Dichtheid (12% M.C.) | 1030 kg/m3 |
| Basis dichtheid | 850 kg/m3 |
| Totale radiale krimp | 4,2% |
| Totale tangentiale krimp | 8,4% |
| Totale volume krimp | 12,7% |
| Schaal T/R | 2,0 |
Mechanische eigenschappen 12% M.C
| Statische buiging | 1672 kg/cm² |
| Druk parallel met draad | 839 kg/cm² |
| Hardheid (Janka) | 19500 N |
Technische Condities voor Bewerking
| Bewerken | Normaal tot moeilijk; Voorboren is noodzakelijk |
| Luchtdroging | Matig |
| Duurzaamheid | Zeer duurzaam |
| Vochtdoorlatendheid | Niet vochtdoorlatend |